Verkeersplein, of toch niet
Regelmatig hoor ik dat scholen met het idee lopen om een verkeersplein of circuit op het schoolplein aan te (laten) brengen. Het wel of niet aanleggen van een verkeersplein is natuurlijk een persoonlijke overweging, hieronder wil ik alleen wat argumenten geven om een goede keuze te kunnen maken.
Hoewel een verkeersplein veel voordelen heeft (lessen zijn snel te organiseren, leraren geven sneller een praktijkles, er zijn spontane leermomenten in pauzes – die worden dan echter weer niet gecorrigeerd waardoor kinderen verkeerde dingen kunnen aanleren – en je kan per groep een draaiboek maken met lessen) zitten er ook de nodige nadelen aan.
Allereerst zul je natuurlijk moeten bepalen welk doel het circuit heeft (speels of voor praktische verkeerseducatie) en voor wie je het plein maakt (de kleuters hebben aan iets heel anders behoefte dan de bovenbouw). Ik zou ook zeker per groep lessen ontwikkelen welke op het circuit gegeven kunnen worden. Even ‘snel iets schilderen’ raad ik ten zeerste af. Ontwerp diverse pleinen en teken ze desnoods eerst met stoepkrijt zodat ermee geoefend kan worden. Er zijn ook spuitbussen met krijt verkrijgbaar. Dit ‘krijtspray’ blijft, afhankelijk van de weersomstandigheden, enkele dagen goed zichtbaar zitten. Koop wel spuitbussen met een zogenaamd ‘op de kop ventiel’, hiermee kunt u gemakkelijk op de grond werken.
Een tijdje geleden was ik bij een school waar de leerlingen van groep 8 met stoepkrijt een parcours hadden getekend voor de praktische verkeerles voor de kleuters. De leerlingen hebben daarnaast ook geholpen met de uitvoering van de les!
Nadelen vind ik dat de ruimte vaak te beperkt is om een goed bruikbaar parcours met veel verschillende verkeerssituaties aan te leggen (een baan moet al snel 1 meter breed zijn en fietsers kunnen niet haaks de bocht om dus dat vraagt ook ruimte), het circuit is niet flexibel en je kunt niet gemakkelijk 1 specifieke verkeersoefening doen (wat er ligt, ligt er en iets anders is daardoor niet mogelijk). Ook raken de kinderen zo vertrouwd met het circuit tijdens de pauzes dat een verkeersles niet bijzonder meer is. Het onderhoud is ook vrij kostbaar (betonverf slijt snel)
Het circuit moet natuurlijk verkeersaspecten hebben die de leerlingen in de praktijk ook tegenkomen. In ieder geval een recht stuk weg, een gelijkwaardige kruising, een ongelijkwaardige kruising, een zebrapad en verschillende bochten. Dit kun je uitbreiden met een rotonde, wegversmalling, bushalte, voorsorteervakken, parkeervakken, verkeerslichten, middenberm, fietsstrook, uitrit, ……
Een alternatief om bijvoorbeeld gemakkelijk fietsoefeningen op het plein te doen is alleen een aantal strepen en stippen neerzetten. Je kunt met wat aanvullend materiaal (pylonen e.d.) dan snel een slalom of andere fietsoefening maken. Het vraagt dan wel meer voorbereiding maar de stippen en strepen worden in de pauzes door leerlingen vaak voor andere leuke spelletjes gebruikt.
Natuurlijk kun je met blokjes, pylonen, halve tennisballen en dergelijke ook heel gemakkelijk fietsoefening op het plein doen. Voor oversteeklessen volstaat vaak alleen al wat stoepkrijt. Leuke projecten zijn het “Project Motorische Fietsvaardigheid”, “Trapvaardig” en “Verkeerskunsten”, deze zijn vaak via een onderwijsbegeleidingsdienst te lenen. Er is veel aanbod. Een nadeel hiervan is wel dat het niet als verkeerssituaties herkenbaar is voor de leerlingen. Met dergelijke oefeningen kan wel goed de motorische fietsvaardigheid geoefend worden, het oefenen van echte verkeerssituaties kan het beste met kleine groepjes in de schoolomgeving gebeuren.
Leveranciers van reguliere verkeersborden leveren ook verkeersborden die een diameter van 30 of 40 cm hebben welke ideaal zijn voor verkeerspleinen. Ook zijn er tal van bedrijven gespecialiseerd in het ontwerpen en aanbrengen van een verkeerscircuit en bijvoorbeeld verkeersborden welke op de tegels kunnen worden geplakt (pleinplakkers), maar bedenkt wel: als het er eenmaal ligt, ligt het er…