Zichtbaarheid in het verkeer is belangrijk. Natuurlijk in de donkere maanden waarrin vaak in het donker aan het verkeer wordt deelgenomen. Maar ook bij slecht weer is het zaak goed zichtbaar te zijn. Een laaghangende winterzon kan automobilisten verblinden waardoor voetgangers en fietsers niet worden opgemerkt.
Zorg dat u kind lichte kleding draagt. Reflecterende strepen op kleding of de rugtas vergroten de zichtbaarheid ook.
Controleer regelmatig de fiets van uw kind op werkende fietsverlichting. De eisen die aan een fiets worden gesteld wat betreft de verlichting en reflectie vindt u op de pagina voor leerlingen.
Verlichting is er in vele soorten en prijsklassen. Bedenk wel dat niet alle lampjes even zichtbaar zijn.
Zien en gezien worden zijn twee verschillende dingen. Als een kind zelf alles goed ziet, wil dat nog niet zeggen dat het zelf ook gezien wordt.
Wanneer uw kind meerijdt in de auto, wijs het dan eens op de fietsers zonder licht.
Maak met uw kind ook afspraken wanneer het fietslicht in ieder geval aan moet:
- als de straatverlichting aangaat;
- als andere fietsers het licht aanhebben;
- bij slecht weer (harde regen of mist);
- de etalageverlichting gaat branden.
Zorg dat u altijd goed zicht hebt wanneer u in de auto rijdt. Beslagen of bevroren ruiten beperken het zicht aanzienlijk. Zorg dus altijd dat de autoruiten schoon zijn. Vervang ook uw ruitenwissers zodra deze strepen trekken.
Draag tijdens het autorijden ook in de winter een zonnebril wanneer u last heeft van de laagstaande zon. Er zijn speciale zonnebrillen voor in de auto die niet alle kleuren wegnemen maar wel goed beschermen tegen verblinding.